LinkedInYouTubeTwitter

Ruimte voor flexibiliteit

Wetten en regels vereenvoudigdNaar verwachting treedt in 2019 de Omgevingswet in werking. Het is nog niet echt helder wat dit betekent voor voorzieningen en vastgoed, behalve dat er meer kan. De wet biedt ruimte voor meer flexibiliteit. 

 

Doel van de Omgevingswet is om op eenvoudigere wijze ruimte te geven aan ontwikkelingen en tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. 

 

Omgevingswet (bron: Suus van den Akker)

Plannen moeten meer op elkaar worden afgestemd en duurzamer. Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen meer mogelijkheden hun omgevingsbeleid af te stemmen op eigen behoeften en doelstellingen. Daarnaast biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën. In plaats van gedetailleerde vergunningen komen er meer algemene regels. Daarbij staat niet het middel, maar het doel voorop. De insteek bij het beoordelen van plannen wordt ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’.

Flexibele invulling

Wat de Omgevingwet straks betekent voor maatschappelijke voorzieningen en vastgoed (een vraag tijdens de Najaarsbijeenkomst eind 2016) is nog niet echt duidelijk. Wel is helder dat de wet meer mogelijkheden biedt dan voorheen om in te spelen op gewijzigde behoeften en omstandigheden. Het Omgevingsplan is een van de kerninstrumenten van de Omgevingswet. Via het plan kan een gemeente straks ook regels stellen met betrekking tot het uiterlijk van (leegstaande) panden. Daarnaast biedt het Omgevingsplan:

  1. Meer flexibiliteit; het Omgevingsplan kan op noodzakelijke onderdelen worden aangepast.

  2. Meer flexibele gebruiksmogelijkheden voor panden en gebieden; bijvoorbeeld door een centrumfunctie in plaats van een concrete bestemming als detailhandel in het plan op te nemen. Met meer open en globalere omschrijvingen ontstaat meer flexibiliteit in de gebruiksfunctie en kan leegstand worden voorkomen.

  3. Nadere afwegingsmomenten zijn toegestaan, waardoor globale bepalingen en (middel)voorschriften kunnen functioneren als beoordelingsregel voor het verlenen van vergunningen (bijvoorbeeld voor het toestaan van gebruiksvormen binnen een centrumfunctie).

  4. Indirecte planschade komt pas voor een vergoeding in aanmerking wanneer een activiteit daadwerkelijk plaatsvindt. Daarmee wordt een belemmering voor het bieden van flexibele gebruiks- en bouwmogelijkheden weggenomen.

  5. Provincies kunnen meerdere instrumenten inzetten: instructieregels, instructiebesluiten, advies en instemming bij omgevingsvergunningen voor afwijkingen van het Omgevingsplan en het projectbesluit.

In september 2016 is er een oefensessie geweest over het schrappen van niet gebruikte planvoorraad. In het verslag dat daarvan naar de Tweede Kamer is gestuurd staan naast de conclusies ook diverse tips en valkuilen. Oefensessies rond maatschappelijke voorzieningen en vastgoed zijn er voor zover wij weten nog niet geweest.

 

 

 

Vragen of informatie?

Heeft u vragen of informatie over de betekenis van de Omgevingswet voor maatschappelijke voorzieningen of vastgoed, dan horen we dat graag. Dat kan via de mail of via onderstaande reactieknop. Niet vergeten te saven. 

 

 

 

Meer informatie

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
CAPTCHA Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.