LinkedInYouTubeTwitter

SDE+ subsidie kan beter

Simone - Alphen aan de Rijn

De gemeente Alphen aan de Rijn heeft voor haar meest recente projecten geen SDE+-subsidie aangevraagd, omdat de kosten en baten niet tegen elkaar opwegen.

Simone Kraan, regisseur duurzaamheid bij deze gemeente: "Je moet 15 jaar van alles doorgeven en checken. Voor ons weegt dat niet op tegen de opbrengst."

Liever eenmalig subsidie

Alphen is niet de enige organisatie die hier tegenaan loopt. Al jaren geleden, tijdens de vorige kabinetsformatie, heeft een aantal gemeenten het Ministerie gevraagd om de SDE+-subsidie als eenmalig subsidie te verstrekken. Arthur van Loon, vastgoedadviseur bij de gemeente Utrecht: "Er was toen veel sympathie voor dit voorstel, ook bij het ministerie, maar op een of ander manier is het er niet van gekomen."

15 jaar lang werk aan

Arthur: "De gedachte achter die 15 jaar was om de jaarlijkse onrendabele top te helpen oplossen. Als consequentie moet je jaarlijks de besparingen rapporteren en vindt er jaarlijks uitbetaling plaats. Die fluctueert licht. De gemeente boekt de jaarlijkse uitkering dan ten gunste van de gebouwexploitatie. Dat is allemaal heel bewerkelijk, omdat je de verbruikscijfers bij de gebruiker van het pand moet opvragen, als de meter op zijn naam staat, en je er 15 jaar lang werk aan hebt."

Veel brieven scannen

Image
Anko Kuyt

Anko Kuyt van de gemeente Almere heeft die ervaring ook. "De administratieve rompslomp begint al bij het inregelen met de netbeheerder, de organisatie die moet zorgen voor de vereiste certificaten en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Jaarlijks komen er per SDE-project, wij hebben er zo’n 30, per post allerlei brieven van RVO binnen over bijstellingen en dergelijke. Die willen ze nog steeds niet digitaal versturen. Die brieven moet je dan scannen, archiveren en doorsturen naar de financiële administratie, anders kunnen ze de binnenkomende betalingen niet boeken. Gelukkig heb ik de maandelijkse betalingen over kunnen zetten naar een jaarlijkse betaling. Dat scheelt werk."

Kost teveel

Of de uitbetaalde subsidiebedragen juist zijn, weet Anko niet. "Dat kost veel teveel tijd om te controleren. We kunnen hier een bedrijf voor inhuren, maar dat kost ook weer geld. Voor de SDE-subsidie moeten we per locatie een brutoproductiemeter plaatsen, die jaarlijks zo’n € 500 kost. Over 15 jaar gezien dus € 7.500 ex BTW. Dan hebben we ook nog jaarlijks de administratie voor de facturen van het meetbedrijf. Wat er bovendien nog bij komt is dat we in de gaten moeten houden dat de meetdata van de brutoproductiemeter via de netbeheerder bij de organisatie terecht komt die de certificaten afgeeft. Als door een defecte meter of door een andere oorzaak geen meetdata doorgestuurd wordt, dan krijgen we ook geen subsidie uitbetaald. Daar kom je vaak pas nadien achter."

Voorstel voor oplossing

Daarom stellen partners van Bouwstenen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat nogmaals voor om de subsidie eenmalig te regelen en af te wikkelen. Daardoor:

  1. kan veel tijd en geld worden bespaard bij zowel de aanvragers als RVO (met de krapte op de arbeidsmarkt is het hard nodig het werkt efficiënter te organiseren en kan de besparing worden ingezet voor andere duurzaamheidsmaatregelen)
  2. kan die bijdrage op de investeringskosten in mindering worden gebracht en ben je in één keer klaar (ook geen gedoe met interne rekenrentes voor de investering door de gebouweigenaar)
  3. kan eventueel voor een langere afschrijvingstermijn dan 15 jaar worden gekozen, waardoor de haalbaarheid toeneemt
  4. wordt het animo om mee te doen groter.

We zijn graag bereid mee te denken met een oplossing. 

 

 

Meedoen?

Zorg ook dat het werk beter en leuker wordt. Help elkaar vooruit en laat je stem horen tijdens de (online) Maatschappelijk Vastgoeddag op 9 december 2021; gratis voor scholen, gemeenten en corporaties. Meld je aan.

Yes you can petrol

Meer informatie

Reacties

Goed dat jullie dit signaal aan ons doorgeven, het is voor ons belangrijk om te weten wat er in de praktijk speelt bij de subsidieregelingen, en waar aanvragers eventueel tegenaanlopen. Het is vervelend dat voor enkele aanvragers, zoals de Gemeente Alphen aan den Rijn, de SDE++ geen goede optie bleek. We geven de SDE++ zo goed mogelijk vorm, maar dat betekent helaas niet dat er bij deze grote, generieke regeling af en toe knelpunten ontstaan voor individuele projecten. Ik reageer hierbij op jullie casus.

Ik neem aan dat jullie artikel alleen gaat over kleinschalige installaties met zonnepanelen op daken.

De SDE++ is inderdaad geen eenmalige investeringssubsidie, maar een exploitatiesubsidie met een looptijd van 15 jaar. Deze vormgeving is gekozen om ervoor te zorgen dat er daadwerkelijk zoveel mogelijk hernieuwbare energie opgewekt wordt. Op dit moment ligt voor veel duurzame technieken de kostprijs namelijk nog boven de marktprijs, (van bijvoorbeeld elektriciteit). Dat verschil dekt de SDE++ af om voor een beschikt project zeker te stellen dat er productie gedraaid kan worden. De SDE++ heeft namelijk als doel zoveel mogelijk kostenefficiënte CO2-besparing, en dat wordt met zonnepanelen bereikt door daadwerkelijke vollasturen te draaien. De SDE++ subsidie kent daarom niet alleen een langere looptijd dan een investeringssubsidie, maar dekt over de looptijd (tot in het redelijke) in principe ook alle relevante kosten voor een projectontwikkelaar af, die hij niet in hun geheel uit de marktprijs kan halen.

De subsidie is dus breder dan de investeringskosten en omvat onder andere de O&M-kosten, kosten voor de brutoproductiemeter, verzekeringskosten, etc. Het klopt dat deze vormgeving en looptijd zorgt dat er complexere berekeningen nodig en dat ook over een langere periode meer gegevens nodig zijn. Toch is EZK van mening dat deze vormgeving wel toegevoegde waarde heeft, omdat zo de onrendabele top en het prijsrisico voor beschikte projecten wordt afgedekt. Zo kunnen deze projecten dus doorgang vinden. Om te waarborgen dat de vormgeving en de bedragen in de regeling goed zijn, adviseert het onafhankelijke Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) EZK over de juiste subsidiebedragen, op basis van referentieprojecten die zij passend achten binnen de categorieën van de regeling. Het advies van PBL wordt ook in de markt geconsulteerd. De SDE++ kent jaarlijks duizenden aanvragen, en wordt daarom zo vormgegeven dat de meeste projecten in elke categorie de business case rond kunnen krijgen. De categorieën zijn dus geënt op een gemiddeld referentieproject. Dit kan ertoe leiden dat sommige projecten, vanwege hun specifieke eigenschappen, moeilijker of juist makkelijker met de subsidie uit kunnen. Dat is een onvermijdelijk effect van een grote regeling als deze. De exacte overwegingen van PBL en de meegewogen kosten zijn terug te vinden in het eindadvies voor de SDE++, bijvoorbeeld voor 2021 via Eindadvies basisbedragen SDE++ 2021 | PBL Planbureau voor de Leefomgeving.

Daarnaast, omdat doorgaans het type projecten dat in de SDE++ indient geen gebruik kan maken van de salderingsregeling, achten wij een investeringssubsidie niet voldoende om het project rendabel te maken. Dat zou dus betekenen dat er in Nederland minder hernieuwbare energie wordt opgewekt. Om de uitvoeringskosten voor subsidieontvangers meer passend te maken met de uitgekeerde SDE++ subsidie, zou in de SDE++ de ondergrens voor het vermogen van installaties voor zon-PV verhoogd kunnen worden (tot boven 15 kWp, zodat alleen grotere projecten kunnen indienen, voor welke de uitvoeringskosten meer in verhouding staan). Deze optie achten wij echter niet wenselijk, omdat er dan (veel) potentiële projecten blijven liggen van aanvragers die wel op of net iets boven 15 kWp op een grootverbruikersaansluiting willen deelnemen in de regeling en zo willen bijdragen aan de energietransitie.

Voor installaties met zon-PV bestaat er wel een investeringssubsidie, de ISDE (Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing). Hier kan voor zonnepanelen (op kleinverbruikersaansluiting) een eenmalige investeringssubsidie aangevraagd worden. Hierdoor zijn de administratieve lasten voor de aanvrager lager, maar wordt ook niet de onrendabele top van de elektriciteitsopwekking over de gehele looptijd afgedekt. Mogelijk is dit voor sommige projecten die moeite hebben in de SDE++ een oplossing.

Ik hoop hiermee je vraag voldoende beantwoord te hebben.

De uitleg is helder en helpt de vraag nader te duiden. Probleem is dat er een aantal projecten nu moeilijk van de grond komen omdat ze tussen de wal (SDE++) en het schip (ISDE-) subsidie vallen. Ook de manier waarop de uitvoering is ingericht maakt het ingewikkeld, duur en tijdrovend en daarmee onaantrekkelijk voor gemeenten om nu nog mee te doen. Wat daarbij speelt is dat de regeling voor overheden vaak net wat anders werkt dan voor bedrijven. We zoeken graag naar een mogelijkheid om een een extra zet aan de CO2 reductie te kunnen geven. Een regeling waar zowel grote als kleine organisaties uit de publieke sector mee uit de voeten kunnen en die geen onnodig beslag legt op tijd en middelen die we hard nodig hebben om nog meer CO2 te besparen.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
CAPTCHA Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.